Combi tandsystemen.
Hoe monteer je tandhouders type A1?
Hoe monteer je tandhouders type A5? -Zie fig 11. De hoektandhouders dienen overeenkomend fig 11 gemonteerd te worden. Let hierbij op een vloeiende overgang van zijmes naar de tandhouder.
-Plaats tandhouders zodanig op het mes zoals is aangegeven in de figuren 6.7 en 8. De hoekadapters dienen ook aan de zijmessen gehecht te worden.
- De lasnaad dient uit meerdere in elkaar overgaande lasnaden te bestaan.Zie ook onderstaande tabel voor de lashoogtes.
-Speciale aandacht dient gegeven te worden voor de kritische zones zoals deze zijn aangegeven in figuur 9 en 10. In die gebieden moet veel aandacht worden gegeven in vloeiende overgangen van de lasnaden, dit om lasnaad scheuren te voorkomen.
-Scheuren,slakinsluiting en dubbelingen moeten worden uitgeslepen en opnieuw worden dichtgelast.
-De lasnaden in de kritischen zones dienen te worden vlakgeslepen, dit om vloeiende overgangen te krijgen.
Tandhoudergrootte
L (mm)
A (mm)
C0
9
7
C1
9
7
C2
13
9
C3
14
10
C4
16
12
C5
18
13
C6
20
14
-De tandhouders worden geplaatst en gehecht volgens figuur 12 en 13.
-De lasnaden dienen te bestaan uit meerder lasrupsen die vloeiend in elkaar over dienen te lopen. De lasnaadhoogte staat in de tabel hierboven.
-Ook hier geldt weer dat zich in de kritischen zones (zoals is aangegeven in fig 13) geen lasnaadbegin of lasnaadeinden mogen bevinden. Dit is om scheuren te voorkomen. Scheuren, slakinsluiting en dubbelingen dienen te worden uitgeslepen en opnieuw worden dichtgelast.
- De kritischen zones dienen te worden vlakgeslepen om een vloeiende overgand te krijgen.